You got to ask for what you really want

Don’t go back to sleep.

You got to ask for what you really want…’

Rumi

Onderstaande is een verslag van het afleggen van mijn overleden vader, nu krap vier jaar terug.

Als levenseinde doula biedt ik hulp aan nabestaanden om dit voor hun overleden dierbaren te doen. Ik raadt het enorm aan, het is zo iets prachtigs dat je kan bieden aan de overledene, kwetsbaar en teder als ze zijn in deze nieuwe staat.

Het was de dag nadat je was overleden, nu bijna vier jaar geleden. Ik had je gezegd dat ik je zou komen verzorgen, de laatste keer dat ik je in leven zag hadden we een gesprek in het ziekenhuis, je zou eigenlijk de volgende dag, deze dag, naar huis gaan. Je was nog vol in verzet en hoop. Maar de sluier tussen de werelden was al dun toen, dat was duidelijk merkbaar. Ik heb je nog geschoren toen. Het was het laatste wat ik voor je deed toen je hart nog sloeg.

En toen was je dood. In de ochtend was ik al vroeg bij je, je was zo wit. er was een grote rust over je heen gekomen, en nu je geen pijn meer had in je rug, kon je eindelijk in een bed liggen weer. Een opgerold doekje hield je mond dicht. Vreemd gevoel, nu je niets meer te zeggen had, had je ineens een opgerold doekje nodig om je mond dicht te houden.

Een dag later. Het is weer vroeg in de ochtend, natte december ochtend. Ik stap uit bij het uitvaartcentrum. Ik heb jou gezegd dat ik jou de laatste keer zou verzorgen, je hield niet van al die vreemde handen aan je lijf. En nu je zo teer en kwetsbaar was, nog maar net overleden, wilde ik voor je zorgen, deze laatste keer.

Na een kopje thee met een medewerkster van het uitvaartcentrum, die het kennelijk wat ongemakkelijk vond, althans, ze kwam wat nerveus op mij over en blijf zowel mij als mijn vader aanduiden met ‘meneer van der Tang’, zodat het er niet duidelijker op werd wie er nu eigenlijk wie kwam verzorgen en wie van ons twee er nou eigenlijk nog leefde, besloot ik dat het maar het beste was om haar op haar gemak te stellen. ‘Luister, zei ik met zachte stem, ik ben gewoon Bas en ik kom mijn vader Jan wassen en verzorgen zodat hij op zijn paasbest de kist in kan’. 

Het was even stil. Toen slaakte ze een ontspannen zucht; ‘ja, zo is het ook maar net. Nog een kopje thee?’ ‘Graag, dank u’.

We gingen naar de kamer waar je lag. Spannend moment, ik voelde mijn hart kloppen in mijn borst, spanning in mijn buik. Ik bewoog langzaam en met aandacht. Gelukkig had ik een kop thee in mijn hand en lag er overal tapijt, blijven opletten dus. De kamer was…ach…neutraal. Hoe gezellig wil je een kamer waarin overleden mensen worden afgelegd maken? Witte tegels aan de wand, een grote roldeur die kon openen naar buiten, naar de lijkwagens of ambulances die daarbuiten parkeerden. 

Je lag op een smalle metalen tafel, met een laken over je heen. precies zoals in de film. Je lag in een wat vreemde positie, stijf als je was geworden, een arm half opgeheven, een been gebogen. Laken eraf. Jeetje pa, je was nu wel heel erg dood zo, op die tafel daar, in die kamer met al die tegels. Ik ging naast je staan, ter hoogte van je buik. Ik legde heel langzaamaan mijn hand op je borst. Koud en hard. Dood. Je ogen waren niet helemaal gesloten en ik zag een randje van het bruin van je ogen, het bruin van mijn ogen.

De mevrouw van het uitvaartcentrum en ik, ze noemde ons inmiddels bij onze voornamen, gingen aan het werk. Eerst al je kleren uit. Dan je helemaal wassen, weliswaar met vochtige wegwerpwashandjes en droog shampoo maar goed. Het was spannend om je arm te pakken en die te bewegen, door de weerstand van de stijfheid heen. Het voelde alsof ik je arm zou breken misschien, best even eng. Je kunstgebit haalde we uit je mond, je had zo’n hekel aan dat ding. Je weer aankleden was best een heel gedoe. Je was nooit de lichtste geweest en om een broek aan dat stijve lijf te krijgen was nog best een ding. Het was eigenlijk best gezellig, zo samen met jou. Ik heb je gekust en geknuffeld. Uiteindelijk lag je er mooi bij, er was door het bewegen van je armen en benen ook weer wat meer ontspanning in je lijf gekomen, je leek nu bijna te slapen, in je vertrouwde huispak, een been iets gebogen, witte sokken, dekentje.

Door je aan te raken kwamen er veel herinneringen boven. Mijn vingers door jouw nu zo koude borsthaar haalde ineens terug hoe ik als jongetje bij je in bed lag, tegen jouw warme borst aan, met mijn handje in je borsthaar, je geur in mijn neus. Je geur was nu helemaal weg, je rook naar..niets en nu, bijna vier jaar later is dat eigenlijk wat ik nog het meeste mis, je geur, zo vertrouwd, zo vervlochten met mijn bestaan van voor ik ook maar van iets de naam wist, laat staan mijn eigen naam. Door zo dicht bij je te zijn en met je te werken in dit moment, werd je weer meer echt,  niet maar zomaar een dood lijf. Het is een moeilijk te omschrijven gevoel maar ik weet zeker dat dit samenzijn met je mij enorm geholpen heeft met de acceptatie en verwerking van jouw sterven. 

Ik heb je nog een paar dagen kunnen bezoeken daarna. Je lichaam ontspande steeds meer, je was er klaar voor om het daglicht achter je te laten en het duister in te gaan. We hebben je begraven. Ik heb geholpen je graf te dichten, zand onder mijn nagels. Het was goed zo. Slaap zacht pa.

Laatste posts

Ik nodig je graag uit om te reageren

1 gedachte over “De laatste hand, voor mijn vader.”

Plaats een reactie